«« gebouw(kunde),
kantoor(concepten) & vastgoed
|
Alle neuzen dezelfde kant op
|
|
|
|
De 'Werkplekwijzer' helpt bij het ontwikkelen kantoorconcept
LeoHooijmansGalileoNoordwijkFacilitaireInformatieOnlineHoezo??
Kantoren inrichten lijkt simpel. Soms is dat ook zo. Ook al is het moeilijk om dat consequent te doen. De Stichting Kenniscentrum Center for People and Buildings geeft daarom de 'Werkplekwijzer' uit. Een handzaam boekje (162x245mm, 88 pagina's) om als adviseur mee te nemen en om op afdelingen rond te laten gaan.
Center for People and Buildings (CfPB) is een kenniscentrum dat zich richt op de relatie tussen mens, werk en werkomgeving. De onderzoeksagenda van het Center is opgebouwd rond vijf thema's:
Trends en ontwikkelingen, betere huisvesting, besluitvorming en implementatie, databases & instrumenten
De Werkplekwijzer valt onder het thema 'Betere huisvesting'. Het is een instrument om organisaties te helpen bij hun huisvestingsbehoefte.
Het boekje/publicatie is tot stand gekomen door samenwerking tussen het CfPB en de Rijksgebouwendienst. De auteurs zijn Juriaan van Meel, Yuri Martens, Gerry Hofkamp, Dick Jonker en Angelia Zeegers.
Matglanzend papier
Het boekje is gedrukt op stevig matglanzend papier en daardoor bestand om veelvuldig te gebruiken. Dat is juist de bedoeling. Zoveel mogelijk kantoorgebruikers informeren over de doelstellingen; cruciale keuzes, kantoorcomponenten en uitwerking van een kantoorinrichting. Want dat is het ontwikkelproces: Van doelstellingen naar mogelijke oplossingen.
Zelfs voor medewerkers, die dagelijks betrokken zijn bij het organiseren van kantoorwerkplekken is het een mooi handboek. Voor medewerkers, die dat incidenteel meemaken/-doen is het 'verplicht leesvoer'.
Kantoren inrichten is er de laatste jaren niet eenvoudiger op geworden. Voor de jaren zeventig van de vorige eeuw was het makkelijk. Toen waren er kamerkantoren en teamkantoren. Daar had men een werkplek van 9-17 uur, vijf dagen in de week, en soms wel voor 40 jaar achtereen. Dat is nu hectischer geworden. We spreken nu over flexibel werken, thuiswerken of, op kantoor werken op een steeds wisselende locatie. De wisselende locatie kan in het land zijn en/of in het kantoorgebouw zelf.
En dat alles moet verzorgd worden door steeds minder mensen van steeds meer ingehuurde organisaties.
Neuzen in dezelfde richting
De Werkplekwijzer heeft als doel om alle neuzen in een organisatie in dezelfde richting te krijgen. Dat kan alleen met een duidelijke formulering. In de waslijst van doelstellingen is dat makkelijker overleggen. Doelstellingen kunnen gaan over milieu, imago, flexibiliteit, kosten en medewerkerstevredenheid.
Belangrijke overwegingen zijn:
- Waarom moet er een nieuw kantoor(concept) komen?
- Welk probleem moet er worden opgelost? Wat is er mis met het huidige kantoor?
- Zijn doelstellingen helder en zo mogelijk meetbaar?
- Hoe sluit het kantoorconcept aan op of hoe beïnvloedt het organisatorische veranderingen?
- Wordt het behalen van de doelstellingen naderhand geëvalueerd?
- Worden doelstellingen duidelijk gecommuniceerd naar gebruikers?
- Zijn doelstellingen voldoende concreet om ontwerpbeslissingen aan te kunnen sturen?
Daarna zijn er cruciale keuzes te maken:
De plaats van de werkplek, het gebruik van de werkplek, de inrichting van de werkplek, informatiebeheer en de keuzevrijheid van de afdelingen.
Die vragen loop je allemaal door aan de hand van de Werkplekwijzer.
Na het voorbereidende werk komt het boekje volledig tot zijn recht als het om de werkplek-typen gaat. Eerst wordt de minimale oppervlakte voor een bureauwerkplek uit de NEN-norm 1824 uitgelegd. De bekende acht m2 (7 +1 voor de kast). Jammer dat in het boekje, net als in de NEN 1824 de ruimte voor een toegangsdeur (1m2) niet vermeld. Deze m2 dient niet per werkplek, maar per werkvertrek als toeslag opgenomen te worden.
De type werkplekken zijn onderverdeeld in:
1-persoonsruimte, stiltewerkplek, 2-persoonsruimte, teamruimte, open werkruimte, half-open werkruimte en loungewerkruimte
Alle typen zijn herkenbaar aan een icoon en er staan alternatieve benamingen bij. Bijvoorbeeld bij de 'stiltewerkplek': concentratiewerkplek, cocon, cel, cockpit.
Verdere beschrijvingen zijn: gebruik; ruimte; indeling/aanbeveling; situering en aandachtspunten. De aandachtspunten zijn handig om eens over na te denken. Bij 'teamruimte' staat bijvoorbeeld:
'Hoe ga je om met scheiding/koppeling van communicatie en concentratie. Afhankelijk van de inhoud van het werk en de bezetting is doorgaans een separate concentratieruimte (of communicatieruimte) in de directe omgeving van de teamruimte raadzaam.'
In overlegplekken zijn de volgende typen aangegeven:
Kleine overlegruimte, grote overlegruimte, brainstormruimte, open overlegruime (klein), open overlegruimte (groot) en ontmoetingsruimte
Ook hier worden de omschrijvingen gebruikt zoals bij de type werkplekken. Bij een 'kleine overlegruimte' wordt bij ruimte bijvoorbeeld aangegeven dat het minimale oppervlak per persoon 2,2 m2 moet zijn met een minimaal oppervlak van 10 m2 bij nieuwbouw en 8 m2 bij verbouw. De minimale breedte 1,8m bij nieuwbouw en 1,5 m bij verbouw. En als aanbeveling het advies om de ruimte dezelfde maat als een 1-persoonswerkplek te geven om meer ruimtelijke flexibiliteit te creëren.
Onder de typen faciliteiten worden de volgende ruimtes genoemd:
Print/kopieerruimte, dynamisch archief, pantry, pauzewerkplek, postvakken, rookplek, wacht/ontvangstruimte en kofferstalling of lockers.
Het mag duidelijk zijn dat de 'aandachtspunten' hier het langst zijn. Bijvoorbeeld bij de 'print/kopieerruimte' onder andere:
Maak duidelijke afspraken over het beheer van de ruimte (printjes die blijven liggen, vervanging van papier, aangeven van storingen).
Let op emissies van schadelijke stoffen (stof, ozon en styreen enzovoort.)
Uitwerking
Het boekje start op pagina 75 de 'uitwerking'.
In dit hoofdstuk wordt een korte inleiding op de zonering gegeven. Voor de vertaling naar de kantoorplattegrond.
Erg handig. Vooral in vergelijk met de NEN-norm 1824 (2001). In deze norm is het optellen wat je nodig hebt voor een werkplek. Dat is wel goed, maar dat kost tijd. En tijd is geld!
Net als in de oude NEN-norm (1990) zijn er ruimtes benoemd en is het makkelijk opzoeken wat de minimale norm is. Maar..... wie wil er in een minimale omgeving werken? Het mag rustig een onsje meer zijn. Dan is er meer plezier in het werk en dat komt de productiviteit ten goede.
De Werkplekwijzer is een boekje in beweging en gaat mee in de tijd. Er wordt gewerkt aan versie 2. Het CfPB vraagt nadrukkelijk naar terugkoppeling. Niet alleen vanuit de overheidsinstellingen, maar juist ook vanuit het bedrijfsleven. Heeft u ideeën, informatie, vragen of wilt u het boekje bestellen, neem dan contact op met
www.cfpb.nl, info@cfpb.nl of +31 15 278 1271.
Het boekje is door Peter van den Berg (Belastingdienst/CFD) uitgedeeld aan de cursusgroep van hetkantoorgebouw.nl in december 2006. In dit artikel komen een paar deelnemers nog aan het woord, naar aanleiding van het gebruik in hun organisatie.
Op de foto zittend vlnr:
Johan Sebregts, Peter van den Berg, Han van der Lek, Ad Stegeman, Erick Hoeblal, Marleen van der Burg, Jan Reiffers, Willem Waltmann. Staand vlnr: Ingrid Kleinsman, Leo Hooijmans, Maarten van 't Hof, Marjolein Hendriksen, Erik Spaargaren, Frauke Wieringa en Richard Nathalia.
Medewerkers van de Belastingdienst/CFD, Rabobank (Den Haag, Noord-Gooiland en Rijnstreek), Ministerie van Economische Zaken, Heerema Marine Contractors en Gemeente Arnhem.
Uit bovenstaande cursusgroep zijn er reacties op het boekje:
Ingrid Kleinsman:
“In mijn dagelijkse (advies)praktijk gebruik ik de werkplekwijzer met enige regelmaat. Het is op deze wijze, samen met mijn 'kantoorcollages' een praktisch hulpmiddel om in een opstartfase van een project, doeltreffend met mijn klant te kunnen communiceren.”
Johan Sebregts en Peter van den Berg gebruiken het boekje dagelijks. Peter:
“Deze wijze van vergaren van kennis is een vanzelfsprekend verlengstuk van de door mij genoten opleiding.”
Ad Stegeman en Erik Spaargaren hebben het boekje nauwelijks gebruikt. Ad:
“We zijn in de gelukkige omstandigheid dat we voor de huisvesting royaal vierkante meters krijgen toebedeeld. Vandaar dat we meer creatief inrichten, dan afgepast volgens minimaal voorgeschreven m2.”
Marjolein Hendriksen:
In mijn huidige functie (Inspectie voor de Gezondheidszorg) gebruik ik het boekje niet meer. Ik heb het wel doorgegeven als voorbereiding op onze verhuizing naar een Rijksverzamelpand.
Richard Nathalia:
“Bij ons wisselen de omstandigheden vaak snel. Als er een project is binnengehaald is het bijna direct werkplekken stapelen en doen we ons best om binnen de normen te blijven. Als er een project niet doorgaat is het direct m2s afstoten. Altijd een hectische belevenis, waarbij voor overleg volgens het boekje nauwelijks tijd is.”
De overige deelnemers kwamen niet tot een mening over het boekje. Druk, druk, druk met intern verhuizen of inmiddels alweer naar een andere functie of werkgever. Een reden te meer om voor de volgende medewerkers een handboek te hebben met duidelijke afspraken.
Zie ook:
Center for People & Buildings >>
Rijksgebouwendienst >>
De Werkplekwijzer >>
Tekening bovenaan deze pagina is van Leo Hooijmans >>
LeoHooijmansGalileoNoordwijkFacilitaireInformatieOnlineHoezo??
Dit document niet uitprinten, aub. Denk aan het milieu en uw onkosten.
Wilt u het nog een keer lezen maak een bladwijzer (favoriet).
Wilt u het artikel door een ander laten lezen, stuur een link door.
|
deze informatie wordt u aangeboden door leo hooijmans, lid van fmn
mede mogelijk gemaakt door facilitaire aanbieders online
|
|
Facilitaire Aanbieders Online
voor zoeken naar producten/diensten en verenigingen
klik op foto.... |
|
facilitaire-informatie-online.nl ®
ingevoerd op 3 juni 2009
het laatst gewijzigd op 17-08-2012
voorwaarden voor gebruik/bezoek van deze website: klik hier....
(de kleine lettertjes, maar dan iets groter)
|
|
|