«« gebouw(kunde), kantoor (concepten) & vastgoed


Rijksarchieven - Deel 7.8


uit smaak 52, tijdschrift van de rijksgebouwendienst
mede mogelijk gemaakt door facilitaire aanbieders online

Balkenconstructies en lage plafonds zijn gehandhaafd gebleven in het Felix Archief in Antwerpen.

Stadsarchief in kolossaal pakhuis
Het Felix Archief in Antwerpen schoolvoorbeeld van herontwikkeling

LeoHooijmansGalileoNoordwijkFacilitaireInformatieOnlineHoezo??
Geen enkel Nederlands stadsarchief verbeeldt in haar behuizing zozeer het verleden van haar woonstee als het Antwerpense FelixArchief. Het enorme pakhuis, gelegen aan het oude Willemdok, pal ten noorden van het centrum, ademt nog steeds het roemruchte zeehandelsverleden van de stad. De ingenieuze renovatie van dit pakhuis rechtvaardigt de opname als enig stadsarchief en enige buitenlandse gast in deze serie.
Het Vlaamse architectenbureau Robbrecht en Daem - bekend van de nieuwe vleugel van museum Boymans van Beuningen en van het concertgebouw in Brugge - wist hier alle faciliteiten voor een modern archief onder te brengen, met behoud van het robuuste en originele karakter van het ‘stapelhuis’.

Het beschikbare vloeroppervlak van het Sint-Felixpakhuis was immens.
Toch bood dat de Vlaamse architecten weinig voordeel vergeleken bij de herhuisvesting van de Nederlandse archieven in deze serie. Lage plafondhoogten en vooral een merkwaardige dichtheid van dragende zuiltjes, in combinatie met de eis om het monument niet onomkeerbaar te verbouwen, stelden de ontwerpers voor een reusachtige opgave.

Het resultaat, in 2006 opgeleverd, is glorieus. Voor en achter manifesteren de stoere, symmetrische gevels van het pakhuis zich als vanouds met hun oorspronkelijke boogvensters. En wie de dakhoge ‘gekasseide’ binnenstraat betreedt, die als openbare ruimte het gebouw doormidden klieft, waant zich metgemak in de negentiende eeuw, toen hier de karren met goederen af- en aanreden. Uitgeklapte laadperrons op alle verdiepingen en een origineel hydraulisch hijswerktuig met transportband versterken dit beeld. Op de begane grond zijn een zelfstandig restaurant en de entree tot het archief onopvallend ingepast. In de hoogte zijn loopbruggen uit een ander tijdperk behouden: de nazi’s installeerden ze tijdens de bezetting.

‘Robbrecht en Daem hebben het prachtig gedaan’, knikt hoofdarchivaris Inge Schoups, gezeten in haar directiekantoor op de vierde etage. Ook hier herinneren talrijke details aan vroeger. Een glazen binnengevel isoleert de kantoorruimten maar biedt tegelijk vol zicht op de ruw-bakstenen buitenmuur, onderbroken door ruitjesvensters. Bij de liftschacht is er een hydraulische pomp die met dikke schakelkettingen door alle etages omlaag steekt. ‘Er waren er vier’, vertelt Schoups. ‘Deze is als voorbeeld behouden.’



LAADVLOEREN
De overmaat van het gebouw is op allerlei manieren benut. Zo is de rechterzijde van de eerste etage geheel leeg gelaten. Hier is het pakhuis in zijn oorspronkelijke staat te ervaren: een woud van ongelijke zuiltjes op de oorspronkelijke houten vloer. Ze getuigen van een toenemende druk op de laadvloeren: toen in 1895 een deel van het gebouw instortte, voegde de eigenaar terversterking 815 houten zuilen toe. Samen met de originele stalen exemplaren telt de constructie sindsdien 1515 zuilen.

Bovenin het gebouw hebben de architecten een complete vloer verwijderd om de archiefkantoren en de publieksruimten een aangename verblijfshoogte te bieden. De beide gebouwhelften kregen op deze nieuwe, hoge zolderetage nieuwe patio’s, omlijst door glazen puien die volop licht toelaten.
Zo kon het originele pannendak aan de buitenzijde zijn gesloten aanblik behouden, terwijl er rond de patio’s verhuurbare vergaderzalen en een auditorium werden ingepast. Het uitzicht op het dok via kleine ramen onder het dak is slim benut door hier een royale ‘refte’ in te richten. Ook andere delen van het gebouw zijn geschikt gemaakt voor ontvangsten en evenementen. ‘De gemeente maakt zelf regelmatig gebruik van deze ruimten’, vertelt Schoups. ’Maar ook de externe verhuur neemt toen. En hier aan de achterzijde’, ze wijst naar de brede verkeersader Oudeleeuwenrui, ’staat een neogotisch pomphuis, dat takelwerktuigen van meerdere pakhuizen van waterdruk voorzag. Het is door de architecten geïntegreerd in dit gebouw, zodat we aan deze kant een extra toegang hebben naar de binnenstraat. We gebruiken hem als tweede ingang bij drukke evenementen, zoals de jaarlijkse Erfgoeddag of de Dag van de Architectuur. Maar ook als vestiaire bij ontvangsten.’



DIGITALISEREN
In de studiezaal zijn enkele tientallen bezoekers in de weer met beeld-schermen en microfilms. Dit contrastmet de uitgestorven studiezalen in Nederlandse archiefgebouwen maakt Schoups echter niet mooier dan het is. ‘Jullie archieven zijn verder gedigitaliseerd, vooral wat betreft de genealogie, waar demeeste mensen voor komen. Over enkele jaren verwachten wij hier ook een terugloop.’

Is dit voormalige pakhuis dan niet toch een paar maatjes te groot? Kan een stad met een half miljoen inwoners zich deze ruimte permitteren voor haar archief? De investeringen in de restauratie kwamen, zo legt archiefmanager Schoups uit, grotendeels ten laste van het Vlaams gewest en de provincie, vanwege de monumentenstatus. ‘En als stad moet je investeren in je oude buurten’, zo verklaart ze de keuze om het archief in deze buurt, het zogeheten Eilandje, te vestigen. ‘Begin jaren negentig was dit een achterstandsgebied in Antwerpen. Men zocht naar middelen om het op de kaart te zetten.



De depotruimte is ook bewust ‘op de groei’ bemeten. ‘Onze collecties breiden zich snel uit. Antwerpen smolt in 1982 samen met negen aangrenzende gemeenten, maar de laatste twintig jaar was er op onze vorige locatie geen aangroei mogelijk. Dus veel archieven bleven elders staan. Intussen zijn veertig gemeentegebouwen verlaten voor een vernieuwd centraal gebouw, en hebben wij alle stukken uit die decentrale locaties binnengekregen. Daarnaast krijgen we voortdurend privécollecties aangeboden, waaruit we een selectie maken.’

STADSDICHTER
De publieksruimten zijn met zorg vormgegeven. Er zijn vitrines met mini-tentoonstellingen. Een gedicht van de voormalige stadsdichter Bart Moeyaert siert een muur, in de vorm van een stratenpatroon. En de alleroudste bewaarplek voor Antwerpens stadsdocumenten, een dikke houten kist met negen sloten, staat prominent opgesteld in de leeszaal. De bijbehorende sleutels waren vroeger verdeeld over de negen stadsbestuurders, zodat ze alleen samen bij de belangrijkste stukken konden.



Overkapte binnenstraat met voormalige laadplafonds en luiken


De depots zijn op vijf etages in betonnen, geklimatiseerde containers ingepast tussen de houten vloeren. De buitenwanden vertonen een licht verspringende verticale geleding, alsof het kasten betreft dieniet helemaal recht tegen elkaar aan zijn geschoven. De subtiele ingreep ontneemt het beton in één klap zijn zwaarte. ‘Een lolly’tje van de architect’, lacht archivaris Joost Depuydt, die het Nederlandse bezoek intussen heeft overgenomen.

Natuurlijk bezit dit stadsarchief een schat aan geschreven bronnen, zoals bijvoorbeeld charters op perkament, parochieregisters (dopen en huwelijken), schepenregisters (bezitslijsten van onroerend goed) en rechtbankdocumenten. Ook de stukken van de Oostendse Compagnie, het Havenbedrijf en de Antwerpse Zoo hebben hier onderdak.
Speciaal voor SMAAK haalt Depuydt echter de visuele bijzonderheden tevoorschijn. Zo is er uit 1505 een meterslange ingekleurde tekening op perkament. Dit vogelvluchtperspectief toont het landschap langs de Schelde, van Rupelmonde tot aan de Noordzee.



Uit de rijke collectie van het Antwerps archief, voetbalplaatjes en vaandels.


Uit de vorige eeuw is er een collectie van ruim tweeduizend vlagontwerpen, merendeels van de hand van één goudborduurder met een eigen atelier. De soms onbeholpen, maar ook verrassend gevarieerde tekeningen vormen een staalkaart van de stedelijke sociale verbanden in de eerste helft van de vorige eeuw. Elke voetbalclub, school of toneelvereniging liet zich een unieke vlag aanmeten. Zelfs de plaatselijke kloosters bleven niet achter.
Een Franstalig briefje uit 1608 is eenwel heel rake tijdflits. Het werd geschreven door een kanthandelaar vanuit Napels, gericht aan een zekere Jacques d’Anvers. Gezien de opgeplakte staaltjes kantwerk lijkt het een offerte. ‘Dit komt uit de Insolvente Boedelskamer’, vertelt Depuydt. ‘Vanaf 1518 zijn de boedels van alle failliete handelaars en bedrijven uit Antwerpen bewaard. Ze werpen licht op handelsstromen door heel Europa.’

Een oude stenen wenteltrap, die behouden is als nooduitgang, brengt ons terug naar de imposante binnenstraat. Door het glazen dak strooit de zomerzon haar licht over een handvol bezoekers en passanten. Binnen en buiten lopen hier aangenaam in elkaar over. Het restaurant zet statafels neer voor een receptie, en binnenkort zal hier het jaarlijkse Felix Poetry Festival plaatsvinden.

Dat het pakhuis sinds kort is overtroefd door een nog groter stadsicoon, het schuin ertegenover gelegen Museum aan de Stroom (MAS, van ontwerpbureau Neutelings Riedijk), is voor alle partijen winst. Met deze publiekstrekker is het Eilandje voorgoed hip geworden. Hijskranen ratelen in de omliggende straten om nieuwe lofts en appartmenten toe te voegen. Rondom het Willemdok lokken de terrassen en restaurants. Tijd voor een bolleke.


HET FELIX ARCHIEF IN HET KORT  

ONTSTAAN UIT: Stadsarchief Antwerpen, aangevuld met publieke en private collecties die in verband staan met Antwerpen.
GEVESTIGD IN: het voormalige Sint-Felixpakhuis (Felix Pauwels, 1860), en een pomphuis (1885) in de vorm van een neogotisch kasteeltorentje. Het geheel is diverse malen gerenoveerd en gedeeltelijk herbouwd, en vormt een beschermd monument.Sinds 1912 is het pakhuis eigendom van de gemeente Antwerpen, die het lange tijd als opslagruimte verhuurde aan derden. De laatste renovatie, voor het stadsarchief, duurde van 1998 tot 2006.
OPPERVLAK: De publieksruimten, depots, kantoren en verhuurbare ruimten beslaan samen ongeveer 20.000 m2
LOCATIE DEPOTS: betonnen containers, ingebouwd op vijf verdiepingen.
OMVANG COLLECTlE: 23 kilometer documenten
DEPOTCAPACITEIT: 36 kilometer
OUDSTE STUK: het stichtingscharter (1124) van de fameuze norbertijner Sint Michielsabdij aan de Schelde. Napoleon confisqueerde het complex in 1797. In 183 werden de laatste gebouwresten verwoest.
BIJZONDERE SCHAT: Briefje van ee kanthandelaar uit Napels, gedateerd 1608, voorzien van opgeplakte staaltjes kant. Het document is gevonden in het archief van de Insolvente Boedelskamer (zie hoofdtekst).

Dit artikel 'Rijksarchieven deel 8' maakt deel uit van een serie over provinciaal gevestigde archieven in rijksmonumenten of uitzonderlijke gebouwen van de RGD. Het stond in SMAAK 52 in juli 2011.
De tekst is van Carien Overdijk. De foto's van Roelof Pot.
De publicatie op 'facilitaire informatie online' is mogelijk gemaakt met toestemming van Jaap Huisman, hoofdredacteur van SMAAK.



gebouwen met smaak!
zie ook de overige delen, die beschreven zijn in SMAAK. een magazine van de rijksgebouwendienst.

SMAAK staat voor Stedebouw, Monumentenzorg, Architectuurbeleid, Architectuur en Kunst.


[naar top]
DezeTekstIsVanLeoHooijmansGalileoNoordwijkFacilitaireInformatieOnline
Dit document niet uitprinten, aub. Denk aan het milieu en uw onkosten.
Wilt u het nog een keer lezen maak een bladwijzer (favoriet).
Wilt u het artikel door een ander laten lezen, stuur een link door.



uit smaak 52, tijdschrift van de rijksgebouwendienst

smaak
blad voor de rijkshuisvesting, mooi om digitaal te lezen


voor presentatie klik op plaatje.....

mede mogelijk gemaakt door facilitaire aanbieders online

Facilitaire Aanbieders Online


voor zoeken naar producten/diensten en verenigingen
klik op foto....





facilitaire-informatie-online.nl ©
ingevoerd op 8 augustus 2011
het laatst gewijzigd op 10-12-2013

voorwaarden voor gebruik/bezoek van deze website: klik hier....
(de kleine lettertjes, maar dan iets groter)