Aspirant-monument in verbouwing
Het Nationaal Archief opent in 2013 nieuwe publieksruimtes
LeoHooijmansGalileoNoordwijkFacilitaireInformatieOnlineHoezo??
Het Nationaal Archief is weer volledig ‘bewoond’. Sinds mei 2011 zijn alle medewerkers terug in het grijswitte onderkomen naast het Haagse Centraal Station. Ruim twee jaar lang bivakkeerden grote delen van het 200-koppige personeel in de Hoftoren, de thuisbasis van het ministerie van OCW aan de andere zijde van het station.
Al die tijd was het kantoorgedeelte van het structuralistische laagjes- en nissenontwerp van Sjoerd Schamhart (1919 – 2007) in verbouwing. De herinrichting, volgens een ontwerp van architect bij de Rijksgebouwendienst Sandra Witkamp, is nu bijna voltooid. Maar de fysieke ingrepen zijn nog lang niet klaar. Het komend jaar gaat de begane grond, waar de meeste publieksruimtes zijn ondergebracht, ingrijpend op de schop.
Dat is opmerkelijk, want in zijn korte bestaan onderging deze bouwlaag al tweemaal eerder een aanpassing.
De herhaalde metamorfoses van het interieur zijn primair toe te schrijven aan een omslag in het denken over archieven, vertellen hoofd Sector Publiek Irene Gerrits en archivaris Paul Brood, die samen smaak te woord staan. Die omslag speelde zich overigens al geruime tijd voor hun komst af.
‘Het ontwerp van dit pand dateert uit de jaren zeventig’, aldus Brood, ‘en in die tijd was de depotfunctie voor archieven het belangrijkst. Dit gebouw moest de apotheose zijn na een reeks nieuwe rijksarchiefgebouwen in provinciehoofdsteden.’ Stevige bunkers waren dat, gebouwd om het collectieve geheugen van Nederland zo goed mogelijk te beveiligen.
|
|
Ook in Schamharts creatie staan de betonnen depots centraal. Maar het exterieur breekt juist met de massieve uitstraling van enkele provinciale voorgangers. Met zijn lichte, geglazuurde baksteen en zijn horizontaal gelede gevel – die naar boven toe steeds verder terugwijkt – oogt de buitenzijde van het pand ronduit bescheiden.
Evenals zijn bekendere collega Herman Hertzberger koos Schamhart in de jaren zeventig voor de ‘menselijke maat’, een basisgedachte achter het destijds populaire structuralisme.
Deze stijl uit zich hier ook in een asymmetrische afwisseling van gevelvormen, een dito binnentuin, reeksen kleine raampartijen en zelfs een schijnbaar geïmproviseerd serretje. Rijksbouwmeester Coenen achtte het ontwerp zo typerend voor de tijdgeest dat hij het in 2004 op de lijst ‘inspirerende bouwkunst’ van de Rijksgebouwendienst liet plaatsen. Zo verwierf het pand een beschermde status die preludeert op die van ‘jong monument’.
SOMBER DOOLHOF
Ook van binnen volgt Schamharts creatie de ‘menselijke maat’, maar de oorspronkelijke indeling en kleurstelling maakten er een somber doolhof van. Irene Gerrits, tevens plaatsvervangend directeur: ‘Het gebouw voldoet goed aan zijn bewaarfunctie, maar het kantoorgedeelte was donker, gesloten en ondoorzichtig. De publieksruimte was in het oorspronkelijke ontwerp een sluitpost, een kleine studiezaal bij de ingang. Pas in de jaren negentig is de gedachte ontstaan dat de rijksarchieven hun publiekstaak voorop moesten stellen. Vanaf toen zijn we ook materiaal online gaan zetten en steeds meer gaan exposeren.’
Om het publiek beter te bedienen werd in die periode ook de studiezaal verbouwd. In 2005 werd de zaal nog eens vergroot en kreeg de entree een facelift, mede ingegeven door een nieuwgebouwde verbinding met het naastgelegen pand van de Koninklijke Bibliotheek (KB), onder de trambaan door. Daarbij kregen KB en Nationaal Archief samen de beschikking over een permanente expositieruimte in het KB-gebouw, De Verdieping van Nederland gedoopt.
Ook de ingrepen van 2005 bleken echter niet toereikend. Na voltooiing van de kantooretages ondergaat de begane grond daarom komend jaar opnieuw een metamorfose, ingrijpender nog dan voorheen. Met zijn centrale ligging en functie wil het Nationaal Archief meer mogelijkheden scheppen voor voorlichting en educatie. ‘We willen meer lezingen, cursussen en tentoonstellingen organiseren’, aldus Gerrits. ‘We nemen al deel aan het zogeheten Haags Cultuurmenu voor basisscholen, het hoger onderwijs gaan we bedienen met ruimtes voor werkcolleges. Recht hiertegenover komt binnenkort de Haagse Campus, een onderdeel van de Universiteit Leiden.’
GROEPSTRIBUNE
Het ontwerpersduo Niels van Eijk en Miriam van der Lubbe heeft een plan gemaakt voor alle publieksruimtes. Rondom de binnentuin komt een openbare ‘omloop’ voor de expositie van kaarten en foto’s. Een verbreed gedeelte wordt uitgerust met een groepstribune, een stuk depot zal plaatsmaken voor een nieuwe tentoonstellingsruimte. Het restauratie-atelier wordt gekoppeld aan een workshopruimte, waar bezoekers straks ervaring kunnen opdoen met de bewerking van archiefmateriaal.
Stamboomspeurders kunnen straks terecht bij het (zelfstandige) Centraal Bureau voor Genealogie, dat op de begane grond ‘inwoont’ en waarmee het Nationaal Archief nu al nauw samenwerkt. In de entreehal komt een gezamenlijke ontvangstbalie. ‘In april 2013 hopen we het nieuwe publieksgedeelte te openen’, aldus Gerrits, die als stuurgroeplid voor alle bouwprojecten meemaakte hoe lastig het was om de nieuwe faciliteiten aaneen te puzzelen. ‘Vanwege de bijzondere status van het gebouw was het bijvoorbeeld niet mogelijk om de binnentuin te overdekken en bij het interieur te trekken.’
De studiezaal wordt verplaatst, maar behoudt zijn omvang. Dat lijkt een anachronisme. Overal loopt het archiefbezoek immers sterk terug door digitalisering van de collecties? Niet hier, zo blijkt. ‘De vraag naar fysieke stukken is hier al jaren stabiel’, vertelt Gerrits. ‘Dat ligt waarschijnlijk aan de nationale aard van onze collectie. We krijgen ook steeds meer buitenlandse onderzoekers.’
PAPIER
Met zijn achttien depots kan ons landelijke geheugen nog even vooruit, omdat de capaciteit met rolkasten geleidelijk wordt uitgebreid. Het vooruitzicht dat de rijksoverheid vanaf 2015 alleen nog digitale stukken aanlevert, biedt echter weinig soelaas voor de langere termijn. ‘De rijksdepartementen hebben een achterstand in de overdracht van fysieke documenten,’ vertelt archivaris Paul Brood. ‘En ook na 2015 zullen er papieren archieven binnen blijven komen, van maatschappelijke organisaties en particulieren.’
Voor SMAAK rolt de archivaris tussen de vaste kasten een bijzonder document uit. Het is een vier meter lange, rijkgedecoreerde Turkse vergunning (1612), die Nederland toegang gaf tot de handel met het Ottomaanse Rijk. De gecalligrafeerde tekst is met bladgoud versierd. Brood: ‘Volgend jaar is het dus vierhonderd jaar geleden dat deze handelsrelatie ontstond. Het is voor ons een uitdaging om dit gevaarte dan op een verantwoorde wijze te exposeren.’
We werpen ook een blik op grote, bezegelde oorkondes. Voor het oudste stuk (1179, zie kader), moeten we echter naar de lopende expositie Machtige & Mooie Middeleeuwen in De Verdieping. Tot 8 januari kan iedereen het daar aanschouwen.
Tot slot bezichtigen we het vernieuwde kantorengedeelte, dat op zes etages de depots flankeert. Met trots leidt Irene Gerrits ons langs frisse, open werkruimtes, die nu slechts door glaswanden van de gangen gescheiden zijn en waarvan de schuifdeuren merendeels open staan. ‘De oude kantoren, met hun raamloze binnenmuren, benauwde gangen en bruine plavuizen, pasten niet bij de open organisatie die we willen zijn’, aldus Gerrits. ‘Je loopt nu veel makkelijker bij elkaar binnen.’
|
|
VROLIJK CONTRAST
Op de tweede en derde etage zijn, naast kantoortuinen, aparte werkcellen ingericht. Medewerkers kunnen zich hier terugtrekken voor individuele concentratie, maar blijven ook zichtbaar door de glaswanden.
Aan kleur, materiaal en decoratie is veel zorg besteed. De afscheiding met de depots heeft een warmhouten bekleding gekregen, evenals alle deurkozijnen. Het hout gaat goed samen met de huiskleuren wit en warm oranje, die de wanden sieren. Op elke etage heeft de koffiehoek zelfs een opvallende hoogglansoranje wand. De kleur komt ook terug in sommige meubels. In een van de kantoortuinen zorgen knalgele Rietveldstoelen en groentextielen zitkubussen voor een vrolijk contrast. De medewerkers kozen de afwijkende kleuren zelf.
Het archiefvak is subtiel in de inrichting verwerkt. De – eveneens met glaswanden afgescheiden – vergaderruimtes op elke etage dragen op hun dichte muur een sterk uitvergroot tekstfragment, onder meer van Thorbecke en van koningin Juliana.
De eerste etage is vrijwel helemaal opengebroken, met uitzicht op het kantorencomplex Nieuw Babylon. Er is een groot auditorium gemaakt, dat deelbaar is met een scheidingswand. Stoelen en een vergadertafel staan er al, maar het grootste deel van deze etage moet nog worden ingericht. Gerrits verheugt zich op veel publieke evenementen. ‘Hier komt een foyer met bar’, wijst ze naar een aangrenzende open ruimte, waar de wanden bekleed zijn met een verticaal golvend structuurtje in kunststof.
De gladde witte wanden van het aangrenzende auditorium zijn op dat moment juist onderwerp van overleg. Een ingehuurde interieurontwerper ziet twee mogelijkheden: ‘Of je maakt ze nóg sterieler, of je ontwerpt een passende decoratie.’ De voorkeur van de interne interieurcommissie gaat unaniem uit
naar optie twee.
HET NATIONAAL ARCHIEF IN HET KORT
ONTSTAAN UIT: het eerste officiële rijksarchief (benoeming ‘archivarius der Bataafsche Republiek’ in 1802), later uitgebreid met vele archieven van nationaal belang en de rijksarchieven van de provincie Zuid-Holland.
GEVESTIGD IN: een structuralistisch gebouw (1979) van Sjoerd Schamhart naast het Centraal Station in Den Haag. Het pand is in 2004 door Rijksbouwmeester Jo Coenen opgenomen in de lijst ‘inspirerende bouwkunst’.
OPPERVLAK : publieksruimten, depots en kantoren beslaan samen 35.000 vierkante meter
LOCATIE DEPOTS: 2 lagen ondergronds en 8 lagen bovengronds in de westvleugel van het gebouw, verdeeld in 18 afzonderlijke depotruimtes
OMVANG COLLECTIE: 110 kilometer, plus 15 miljoen foto’s en 300.000 kaarten
DEPOTCAPACITEIT: 133 kilometer
OUDSTE STUK: oorkonde uit 1179, waarin paus Alexander III de Abdij van Rijnsburg, die eerder was gesticht door de graven van Holland, in bescherming neemt.
BIJZONDERE SCHAT: een vier meter lange, met bladgoud versierde rol papier uit 1612, waarop de Sultan van Turkije Nederland vergunning verleent om handel te drijven met het Ottomaanse Rijk.
Dit artikel 'Rijksarchieven deel 9' maakt deel uit van een serie over provinciaal gevestigde archieven in rijksmonumenten of uitzonderlijke gebouwen van de RGD. Het stond in SMAAK 53 in november 2011.
De tekst is van Carien Overdijk. De foto's van Roelof Pot.
De publicatie op 'facilitaire informatie online' is mogelijk gemaakt met toestemming van Jaap Huisman, hoofdredacteur van SMAAK.
gebouwen met smaak!
zie ook de overige delen, die beschreven zijn in SMAAK. een magazine van de rijksgebouwendienst.
SMAAK staat voor Stedebouw, Monumentenzorg, Architectuurbeleid, Architectuur en Kunst. |
|
[naar top]
DezeTekstIsVanLeoHooijmansGalileoNoordwijkFacilitaireInformatieOnline
Dit document niet uitprinten, aub. Denk aan het milieu en uw onkosten.
Wilt u het nog een keer lezen maak een bladwijzer (favoriet).
Wilt u het artikel door een ander laten lezen, stuur een link door.